Een hond erbij: het lijkt zo gezellig, maar kan ook faliekant fout gaan. Met de nodige voorzorgsmaatregelen kun je in ieder geval de meest voorspelbare problemen voorkomen.
Alleen is maar alleen, denken we vaak als het om een hond gaat. Vooral als we ons ervan bewust zijn dat we eigenlijk wat te weinig tijd aan onze hond besteden, lijkt de keuze voor een maatje voor hem erbij niet zo slecht. Lekker samen rennen en ravotten: dat lijkt niet alleen een prachtige oplossing voor een hond die zich wellicht wat verveelt, maar ook voor eigenaren die juist genoeg tijd hebben om meer viervoeters de nodige aandacht en plezier te bezorgen en daarom voor een hond erbij kiezen. Helaas is de realiteit vaak anders.
Viervoeters binnen het gezin zijn lang niet altijd dol op elkaar, de klik laat zich helaas niet dwingen. Dat hoeft niet te betekenen dat de honden voortdurend ruziënd over de grond rollen. Meestal gebeurt er dan gewoon weinig tussen de twee huisgenoten. Ze gedogen elkaar tijdens de routine van alledag en reageren samen op de voordeurbel en op het woordje ‘uit’. Even knuffelen of spelen met de een is vaak niet echt mogelijk als de ander erbij is. Dat leidt dan namelijk tot meer dan normale opwinding, vooral bij honden die ‘jaloers’ zijn op elkaar en rivaliseren om de aandacht van de eigenaar. Want vaak is de rol die de eigenaar tussen beide honden speelt de oorzaak van alle strijd.
Maar het kan ook gebeuren dat honden elkaar letterlijk het licht in de ogen niet gunnen. Dan is er geen sprake meer van wat onbeduidende schermutselingen, maar van serieus te nemen confrontaties waarbij aanzienlijke verwondingen kunnen ontstaan. Alle reden dus om goed na te denken over een tweede hond erbij.
Kies bij voorkeur voor een reu met een teefje. Reuen en teven kunnen haast altijd goed samen. De dames zijn vrijwel altijd de baas over reuen, al zijn er uitzonderingen. Dat geldt trouwens voor alles wat we hier schrijven: het gaat niet om vaste wetmatigheden die altijd waar zijn, maar om de grootste gemene deler. Reuen zijn vaak grootmoedig naar teven en kunnen veel van hen hebben, terwijl de meer snibbige teefjes de heren doorgaans duidelijk maken dat ze zich vooral niets moeten verbeelden.
Natuurlijk is het lastig om een reu in huis te hebben als een teef loops is. De reu zal de verleiding niet kunnen weerstaan en de teef lastigvallen met zijn avances. Die is daar, zeker in het begin van haar loopsheid, niet van gediend en zal humeurig reageren. Toch leidt een loopsheid tussen de reu en de teef niet tot een verhevigde agressie die problemen kan geven, wat wel het geval kan zijn als twee loopse teefjes samenleven. De opspelende hormonen tijdens de loopsheid maken de concurrentie tussen de beide dames groter en vaak heeft dat felle(re) vechtpartijen tot gevolg.
Vaak is de rol van de eigenaar de oorzaak van alle strijd
Het is een optie om te castreren, maar verbind daaraan wel bepaalde voorwaarden. De castratie van een reu zorgt ervoor dat ongewenste bevruchting van een teefje wordt voorkomen, maar het is niet zo dat de (dek)lust van de reu erdoor verdwijnt. Ook een gecastreerde reu kan opgewonden reageren op de geur van een loops teefje en haar zelfs dekken, uiteraard dan wel zonder dat dit tot nakomelingen leidt. Als je al die onrust in huis wilt voorkomen is het verstandig de teef te castreren, of beide dieren.
Als je twee teefjes hebt die goed met elkaar omgaan, maar als een van hen loops is als kemphanen tegenover elkaar komen te staan, is het verstandig om de teef die tijdens haar loopsheid van karakter verandert te castreren. Hormonaal bepaalde agressie wordt daarmee namelijk weggenomen. Je kunt ook beide teefjes laten castreren om iedere vorm van hormonaal gestuurde agressie te verbannen. Anders is het echter als je twee teefjes hebt die elkaar altijd al niet (goed) verdragen. Als je dan de felste van de twee zou castreren, heb je grote kans dat de agressie tussen de twee dames juist toeneemt. Castratie is voor teven die altijd vechten dus geen oplossing.
Castratie van een van de twee reuen die elkaar niet goed verdragen kan vaak wél weer een oplossing zijn. Het luistert echter wel nauw welke van de twee je dan laat castreren. Neem voor advies hierover contact op met een gediplomeerd gedragstherapeut, deze kan je helpen een weloverwogen beslissing te nemen.
Als je twee honden uit hetzelfde nest kiest, is het zeker verstandig er een van iedere sekse te nemen. Honden van hetzelfde ras zijn altijd meer aan elkaar gewaagd omdat ze hetzelfde formaat en postuur hebben, en dezelfde spierkracht. Dat geldt dubbelop voor honden uit hetzelfde nest. Die zijn niet alleen lichamelijk erg gelijk, maar ook nog eens even oud en gaan tegelijk puberen. Het gedrag van puberhonden staat sterk onder invloed van hun hormonen en dat maakt dat ze sneller geïrriteerd kunnen zijn en meer op hun strepen kunnen staan. Juist die puberale onzekerheid over hun positie ten opzichte van elkaar en binnen het gezin kan leiden tot schermutselingen.
Soms kunnen twee nestbroers of -zusjes die bij elkaar wonen elkaar werkelijk niet luchten of zien. Ze honoreren elkaars lichaamstaal niet, erkennen geen onderwerpingsgebaren en vechten buitengemeen hard en fel door tot er lelijke verwondingen ontstaan. Vaak kunnen ze alleen nog maar gemuilkorfd samenleven, en meestal is herplaatsing van een van hen de enige oplossing.
Vooral bij Terriers loop je het risico dat honden van dezelfde sekse en uit hetzelfde nest elkaar naar het leven gaan staan. Niet omdat deze honden zo buitengewoon vechtlustig zijn, maar omdat ze nu eenmaal een lage agressiedrempel en een hoge bijtrem hebben, waardoor ze makkelijk te provoceren zijn en moeilijk deemoedsgebaren honoreren, en bovendien nauwelijks pijn voelen, waardoor je ze moeilijk kunt afremmen. Dat maakt dat de vechtpartijen waarbij deze honden betrokken raken vaak veel feller zijn en langer kunnen doorgaan.
Het valt voor honden vaak helemaal niet mee om een nieuwkomer in hun huis te accepteren. In eerste instantie is het voor hen een indringer, die hun als veilig gevoelde omgeving onveilig maakt. Daarom is het voor een hond eigenlijk helemaal niet leuk als er iemand op bezoek komt met ook een hond. Vaak worden mensen boos als de hond des huizes onaardig reageert op de bezoekhond, maar dat is volstrekt normaal gedrag. Niet alle honden staan echter zo op hun strepen. Bij veel rassen hebben we hun gehechtheid aan een eigen territorium en de daarmee gepaard gaande territoriumdrift weg gefokt, waardoor een andere hond vrij laconiek wordt geaccepteerd.
Maar zo zijn lang niet alle honden, en het is dus verstandig om een kennismaking met een nieuwkomer te laten verlopen volgens een bepaald protocol dat zo min mogelijk territoriumdrift uitlokt. Neem hiervoor je eigen hond mee naar een voor hem onbekende omgeving. Iemand anders komt daar met de nieuwe hond ook naartoe. Je eigen hond mag los, de nieuwkomer ook als het kan, mits hij wordt begeleid door iemand die hij goed kent en waar hij binding mee heeft.
Als de honden los van de lijn zijn, hebben ze alle vrijheid om hun lichaamstaal te gebruiken en zich goed te uiten. Mocht het al tot een confrontatie komen, dan gebeurt er meestal niets. Het ziet er soms eng uit en kan klinken alsof de twee elkaar zullen verscheuren, maar meestal stopt zo’n ‘vechtpartij’ vanzelf. Zeker als je je er niet mee bemoeit, zal de ontmoeting tussen jouw hond en de nieuwkomer meestal vriendelijk eindigen, en vaak kunnen de honden samen al een sprintje trekken, elkaar uitdagend en uittestend, maar zonder dat agressie de overhand neemt.
Als de honden hebben kennisgemaakt en elkaar verdragen, kun je naar huis gaan. Laat de nieuwkomer als eerste in huis en zet de eigen hond er meteen bij. Doe je het andersom, dan zal je eigen hond de ‘indringer’ proberen te beletten binnen te komen en heb je meteen al een confrontatie. Bemoei je zo min mogelijk met de situatie: onze inmenging blijkt een vechtpartij vaak eerder te activeren dan af te remmen. Meestal gebeurt er helemaal niets. Soms is er een korte schermutseling, maar zelden gaan de twee onmiddellijk een serieus gevecht aan. Gebeurt dat wel, dan kun je ervoor kiezen de zaak nog een tijdje aan te zien. Het helpt soms de nieuwkomer in een bench te zetten, zodat de honden veilig aan elkaars geur en aanwezigheid kunnen wennen. Maar de prognose is dan doorgaans niet zo best.
Soms lijkt het of de kennismaking binnenshuis vlekkeloos verloopt, omdat beide honden zich niets van elkaar aantrekken en net doen of ze elkaar niet zien. Dat is echter geen teken van onmiddellijke acceptatie, maar een manier om tijdelijk om te gaan met de nieuwe situatie, waarop later beslist alsnog een confrontatie zal volgen. Als een van de honden bang gaat worden voor de ander en niet van zijn plaats af durft te komen, is er sprake van een verstoorde relatie. Vaak is herplaatsing dan de enige oplossing.
Het valt voor honden vaak niet mee om een nieuwkomer te accepteren
Het is een misverstand dat een volwassen hond een pup maar klakkeloos moet accepteren! We horen heel vaak dat een oudere hond op zijn kop krijgt, omdat hij het lieve, onschuldige puppy zomaar aanvalt. Toch is dat wat heel vaak gebeurt, omdat de eerste hond des huizes sterk de behoefte voelt zijn superieure aanwezigheid meteen helder te krijgen. Meestal kermt de pup het dan uit van schrik en vlucht hij weg van de ‘agressor’, of gooit hij zich op zijn rug wat de agressie volgens de hondenetiquette zal afremmen. Deze schermutselingen zijn meestal snel voorbij, al zal de volwassen hond de pup heus nog wel eens terechtwijzen.
Juist door bewust te kiezen voor twee sterk van elkaar verschillende honden, kies je voor de grootst mogelijke kans op vrede en vriendschap. Een teef met een reu bijvoorbeeld, of een echt volwassen hond met een jonge hond. Als je deze verschillen in acht neemt, kun je ook kiezen voor honden van hetzelfde ras. Daarbij geldt dat Golden Retrievers vaak makkelijker met elkaar kunnen samenleven dan Terriers, maar er zijn ook Goldens die elkaars bloed wel kunnen drinken en Terriers die echte koppels vormen. Het gaat erom dat je nu in ieder geval weet waarop je moet letten als je voor een leven met meer honden kiest.
De Martin Gaus Academie heeft een rijke geschiedenis met een voorname rol voor opleiding en training. Ook in de toekomst […]
Je houdt ervan of niet; zomerse temperaturen. Een ding is zeker, voor honden kan dat tropische weer een echte uitdaging […]
Op vakantie gaan met je hond is voor velen het leukste wat er is. Samen op avontuur! Je kunt ervoor […]